Al die for profits weten van gekkigheid niet hoe ze hun maatschappelijke verantwoordelijkheid moeten invullen. Blikken vrijwilligers, zakken met geld en tonnen aan expertise hangen boven de markt als gebraden hanen in luilekkerland. Er wordt op de ramen en deuren van het goede doelenhuis gebonst, geklopt en gebeukt, maar het blijft angstig stil.
Links of rechts gaat er een deurtje open, maar de meeste bewoners snurken vrolijk door. En kijk, daar komt een optocht van zo’n half miljoen scholieren die allemaal van Balkenende op maatschappelijke stage moeten. Hoor ze ’s schreeuwen: “wij willuh stage! Wij willuh stage!”
Maar in het huis van goed doen blijft het nog steeds stil. Nee, daar gaat toch de voordeur open. Een man komt naar buiten en maant om stilte. Daarin vallen de volgende woorden als stenen in een rimpelloze vijver: “Luister ’s mensen. Gewoon goed doen is al moeilijk genoeg. Ga rustig naar huis. Wij bellen u nog.”
Links of rechts gaat er een deurtje open, maar de meeste bewoners snurken vrolijk door. En kijk, daar komt een optocht van zo’n half miljoen scholieren die allemaal van Balkenende op maatschappelijke stage moeten. Hoor ze ’s schreeuwen: “wij willuh stage! Wij willuh stage!”
Maar in het huis van goed doen blijft het nog steeds stil. Nee, daar gaat toch de voordeur open. Een man komt naar buiten en maant om stilte. Daarin vallen de volgende woorden als stenen in een rimpelloze vijver: “Luister ’s mensen. Gewoon goed doen is al moeilijk genoeg. Ga rustig naar huis. Wij bellen u nog.”
(Deze column werd eerder gepubliceerd in FM – 2007)