Vorige week vrijdag was er even echte paniek in Den Haag. De minister-president liet het kabinet eerder dan gewoonlijk bij elkaar komen. In de bunker van het Ministerie van Defensie. Iedereen keek met strakke blik naar Balkenende, die na een korte, omineuze stilte het woord nam. “Collega’s”, zei de premier met een Derde Wereldoorlog-blik, “de brief is binnen.” Na deze woorden brak er direct een groot pandemonium uit, dat de minister-president slechts met de grootst mogelijke moeite kon bezweren. “We moeten iets doen”, zei Wouter Bos hees. “We kunnen dit niet negeren”, sprak AndrĂ© Rouvoet met een droge mond. “Iemand moet het doen”, sprak Jan Peter dof, “dus ik offer me op. Maar dan wil ik de komende vier jaar ook echt niets meer horen. Niet over Irak. Niet over Afghanistan, niet over de AOW, het generaal pardon. Akkoord?” Het voltallige kabinet knikte geluidloos. “Goed”, zei Balkenende, “dan nodig ik het SBF uit en ga met ze praten..”
(Deze column werd eerder gepubliceerd in FM – 2007)