dinsdag 9 januari 2007

Het Wormen- en Maden-debat


U werkt in een sector die met twee maten meet. Als ik Balkenende of Katja Schuurman aanpak wordt er gegniffeld, maar als ik schaapje Mol uit de filantropische kudde knip en scheer, krijg ik de hele Rouvoetistische fatsoenspolitie uit de sector over me heen. Want Schuringa, je kunt niet zomaar alles zeggen. O nee? Herkent u het klassieke argument van de machthebbers? Ook in de filantropische sector wemelt het van de zedenmeesters die menen dat “respect” belangrijker is dan de waarheid. Zij vertellen mij op zemeltoon dat ik niet begrijp hoe “gevoelig” alles ligt en hoe “complex” goed doen is. Nou dames en heren bestuurders, aan goed doen is helemaal niks ingewikkelds. Het is een vak, net zoals timmerman of architect. Dat hele aureool van heiligheid en impliciete verhevenheid - “ik doe het echt niet voor mezelf”- hangt me intussen mijlenver de keel uit. Onthoud goed: uw baas is niet uw reine geweten, de here God of uw smeulende ego, maar degenen die u de middelen geven om goede dingen te doen. U bent dienstbaar rentmeester. Als u daar op verjaardagen de gebraaie haan over wilt uithangen. Ik houd u niet tegen, maar hou op met dat gejammer. De filantropische keizer is piemelnaakt. Live with it.
(Deze column werd eerder gepubliceerd in FM – 2007)