Ik heb een feilloos oog voor 1 april-grappen. Die van NCDO was misschien wel de beste van het afgelopen weekeinde. Volgens een streng persbericht zet deze organisatie “zich in voor versterking van het maatschappelijk draagvlak voor internationale samenwerking”. Zal ik even voor u vertalen: NCDO probeert de afkalvende steun voor ontwikkelingswerk bij de man in de straat weer op te sauzen. Dat “draagvlak” moet gemeten worden en NCDO komt met een nieuw instrument, getiteld “het Draagvlakpentagram”. Echt waar. Ik vind het een vondst, want je verwacht het niet. Humor in het ontwikkelingswerk is namelijk even zeldzaam als rust rondom de Donateursvereniging of wetenschappelijke diepgang bij Theo Schuyt. Dit schept een nieuw probleem, of kans? Nog niemand in de sector heeft “het Draagvlakpentagram” krimpend van de lach weggehoond. Integendeel: ik hoor goedkeurende geluiden. Kijk, dan ben je briljant bezig: draagvlak creĆ«ren voor zweefkeesjargon met 100% jeukgarantie. En er op je sloffen mee wegkomen.
(Deze column werd eerder gepubliceerd in FM – 2007)